De voegen en het metselwerk aan de buitenkant van het veertiende-eeuwse stadhuis zijn weer helemaal schoon. Het stucwerk in de Gravenzaal is opgedroogd en mooi gewit. Alleen de houten wanden en meubels worden nog in de was gezet. Het restauratiewerk klaar. En nu hebben daar de graven van Holland hun plek aan de muur weer gekregen om toe te zien of de Haarlemse politici zich wel gedragen.
De trap die nog in de Gravenzaal op de grond ligt, kan nu mooi even gebruikt worden door de burgemeester om eindelijk eens dat giftplaatje te lezen dat aan de grootste kroonluchter hangt. "Geschenk van vrouwe Marie Henriette Previnaire", leest hij voor. Het plaatje was hem nog niet eerder opgevallen. Maar nu de Gravenzaal even helemaal onder handen is genomen, valt het oog snel op dat soort kleine details.